Laos

LAOS

Don Det

Een half uurtje nadat we Laos met de bus binnenreden werden we met z'n vijfentwintig in de laadbak van een camionet gepropt. Het was al donker toen we na tien kilometer aan de oever van de Mekong arriveerden en in een lang smal bootje naar het eilandje Don Det gebracht werden. (Dit eilandje werd jaren geleden door de Fransen gebruikt om het plaatselijke hoogteverschil en de daarbij horende onbevaarbare stroomversnellingen in de rivier te overbruggen met een treintje over land.) Hier aangekomen zochten we de eerste de beste (lees: goedkoopste) slaapplaats en vielen er in slaap, een klein houten kotje met twee harde bedden. 's Morgens schrokken we bij het zien van het mooie uitzicht en onze hangmat. Veel sightseeing zou er de volgende dagen niet gedaan worden :p.
We gingen de stroomversnellingen en wat foto's van de oude spoorweg bekijken en verder was het relaxen, zwemmen en aperitieven. Op het kleine eilandje kon je trouwens in bijna elk eethuis de volledige menukaart ‘happy' krijgen. Voor een tiental extra dollars bewerkten ze je fruitshake of pizza met marihuana! Wij hielden het bij bier en wijn. (Zijn dat al niet meer gewend :) )

Vientiane

De vierde dag vertrokken we rond 11u van ons paradijseiland om met de nodige tussenstops en overstappen naar de hoofdstad Vientiane te reizen. Na aankomst de volgende morgen beseft dat we beter rechtstreeks naar Luang Prabang, de volgende stop, gereden waren. Vientiane was niet zo groot en er was niet zo heel veel boeiends te zien. Na een bondige stadswandeling, een warme gezellige avond en een ontbijt in een Franse bakkerij werden we door een taxi van de hostel naar het busstation gebracht. Omdat het een lange, aaneengesloten trip was van Don Det naar Luang Prabang, hadden we besloten om eens een zogenaamde V.I.P.-bus te nemen en dus meer te betalen dan normaal.
De taxichauffeur leidde ons naar de bus die blijkbaar al volgeladen op ons stond te wachten en tot onze verbazing was het geen V.I.P.-bus. Een beetje ontgoocheld probeerden we uit te leggen dat we alleen zouden instappen als we het extra geld terugkregen. Na tien minuten onderhandelen met de taxichauffeur en de buschauffeur en een paar ontsnappingspogingen van die eerste kregen we de helft van het geld terug en vertrokken we. Ondanks de harde zitplaats en bijgevolg een pijnlijke achtersteven was de rit van acht uren de moeite waard. Een perfecte asfaltweg door het gebergte met prachtige uitzichten en afgelegen dorpjes.

Luang Prabang

Het was weeral goed donker toen we in Luang Prabang arriveerden. Na vijf minuten rondwandelen werden we van straat geplukt en naar een hostelkamer geleid, perfect! Er stond zelfs een televisie met satellietverbinding, we vonden geen Belgische zenders, wel een paar Australische. Goed om de Aussie-slang al wat te oefenen.
Op de gezellige avondmarkt werd Olivia bijna zot bij het zien van al die mooie ‘handicraft'-spulletjes. Dan maar opgesplitst en een uur later kwam ze terug met drie olifanten en twee lampkappen.
De dag erna gingen we zoals gewoonlijk op verkenning met de fiets en, even genoeg van al dat bussen, kochten we twee tickets voor de ‘slowboat' naar Huay Xai. Te vertrekken morgenochtend, spannend!
Grappig genoeg waren de lange boten uitgerust met oude busstoelen en gedurende twee dagen voeren we stroomopwaarts op de Mekong. Af en toe stopte het vaartuig ergens langs de oever in het midden van nergens om een paar locals en/of boodschappen uit de stad af te zetten. Ondertussen maakten we kennis met de andere opvarenden en we sliepen in een klein dorpje dat schijnbaar enkel op de constante stroom van slowboaters draait.
In de laatste kilometers vormde de rivier de grens tussen Thailand en Laos. Het regende ondertussen oude wijven en samen met onze collega's, leren kennen op de boot, zochten we een slaapplaats en gingen samen nog iets eten. Dat beloofde een modderige bedoening te worden daar in de jungle...

Gibbon Experience

Op de eerste dag kregen we een korte briefing en moesten we een contract tekenen waarin te lezen stond dat de organisatie voor helemaal niets verantwoordelijk gesteld kon worden, slik. Met 4x4's werden we naar de rand van de jungle gevoerd en omdat het de vorige dag zo geregend had was het waterpeil van de rivier, die we normaalgezien met de 4x4 zouden oversteken, te hoog en moesten we de hangbrug gebruiken. Onmiddellijk daarna met bagage en al tot de navel in het water om een tijdelijk beekje te doorkruisen. Een veelbelovend begin... :)
Een andere 4x4 werd daar uit de schuur gehaald en met z'n elven (plus drie levende kippen) kropen we in de krappe laadbak. Na twee uren langs steile, modderige jungleweggetjes werden we gedropt in een klein dorpje van houten hutjes. Van hier ging de tocht te voet verder. Nadat we onze klimgordel en wat instructies kregen was het eindelijk tijd voor de eerste zipline. Een zalig gevoel. Tegen de vierde zipline controleerden de gidsen zo goed als niets meer en was het elk trekke zijn plan. Tegen 17u gleden we langs een stalen kabel binnen in de 50-meter hoge boomhut waar we de komende twee nachten met z'n zevenen zouden slapen. On-ge-lofelijk! Sur-re-ëel! De gidsen gleden weg langs de uitgaande kabel en kwamen een uur later terug met een kan kokend water. Langs de kabel uiteraard, een andere toegang was er gewoon niet. We leerden de leden van onze groep (Een Australiër, twee Amerikanen en twee Britten) beter kennen, speelden een paar spellekes Uno en gingen slapen onder ons muggennetten. De tweede dag trokken we door de broeierig hete jungle op zoek naar gibbons en ander wild. We stopten nu en dan in de andere boomhutten, verspreid in het gebied.

Hoewel we geen enkele gibbon zagen was het een onvergetelijke ervaring. Moe maar voldaan keerden we op de derde dag terug naar de beschaving, namen onze rugzak en staken de Mekong over naar een volgend avontuur, Thailand!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!